Zeeuwse overheden adviseren minister over nieuwe aanlandingen van windparken op zee

In Zeeland is ruimte voor maximaal twee aanlandingen van windparken op zee. Of maximaal één als er twee nieuwe kerncentrales komen. Dat adviseren Zeeuwse overheden, waaronder de gemeente Borsele, aan de minister van Klimaat en Groene Groei. Ze staan afwijzend tegenover aanlandingen in Midden-Zeeland, vanwege de stapeling van projecten, de beperkte ruimte in het Sloegebied en de impact op de omgeving. Ze adviseren aan te landen op de kust van Zeeuws-Vlaanderen bij Nieuwvliet-Bad. Dit aangezien uit onderzoek blijkt dat aanlandingen via de Westerschelde niet haalbaar zijn en dan heeft een aanlanding bij Nieuwvliet-Bad het kortste ondergrondse landtracé naar de Mosselbanken/Paulinapolder.

In het programma Verbindingen Aanlanding Wind Op Zee (VAWOZ) 2031-2040 zoekt het Rijk naar ongeveer tien locaties in Nederland om elektriciteitskabels aan land te brengen en ruimte voor de realisatie van converterstations en elektrolysers. Binnen Zeeland onderzoekt het programma twee mogelijke aanlandlocaties, de ondergrondse route voor stroomkabels over land en ruimte voor de realisatie van een converterstation en elektrolyser. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei vroeg de Provincie Zeeland, waterschap Scheldestromen en de gemeenten Sluis, Terneuzen, Borsele, Middelburg, Vlissingen, Goes, Veere en Noord-Beveland om een gezamenlijk advies.

Regioadvies Zeeland 

De overheden zien nut en noodzaak in van aanlandingen in Zeeland van windmolenparken op de Noordzee die vanaf 2031 worden gebouwd. Deze 2GW-parken zullen een groot aandeel leveren in de nationale CO2-neutrale energiemix. Hier kan de zeehavengebonden en energie-intensieve industrie in Zeeland van profiteren. Het gebied Mosselbanken/Paulinapolder heeft ook de voorkeur voor een converterstation en elektrolyser. In dit gebied doet het ministerie onderzoek naar een locatie voor een nieuwe 380 kV-hoogspanningsstation. Energetisch en ruimtelijk zouden de stations in het gebied op elkaar aan kunnen sluiten. 

Vervolg 

De minister stelt op basis van alle ontvangen regioadviezen een ontwerp-programma VAWOZ op. Hierin worden op landelijk niveau alle voorkeuren voor de aanlandingen verwerkt. Het programma komt vervolgens in het tweede kwartaal van 2026 ter inzage en dan kan iedereen die dat wil hierop reageren. Aan de hand van het definitieve programma start het ministerie per aanlanding met de ruimtelijke projectprocedure. Dit is op zijn vroegst in 2027.

Lees hier het volledige regioadvies en bekijk de bijlage:

Regioadvies Zeeuwse overheden over nieuwe aanlandingen van windparken op zee VAWOZ 2031-2040

Bijlage bij regioadvies Zeeuwse overheden over nieuwe aanlandingen van windparken op zee VAWOZ 2031-2040